De grond dient goed omgespit, aangedrukt en ge-egaliseerd te worden voordat u de graszoden gaat leggen.Dit om te voorkomen dat er verdichtingen in de grond zitten, waar de nieuwe graswortels niet doorheen kunnen groeien. Ook voor de waterdoorlatendheid en de luchthuishouding in de teeltlaag (+/- 25 cm), is het belangrijk dat de ondergrond goed gespit wordt.
Indien u bij arme of schrale grond bodemverbetering aan wilt brengen, kunt u dit doen d.m.v. compost of organische bodemverbeteraar door de teeltlaag te mengen. Zorg wel voor goede verdeling, zowel in de oppervlakte als in de diepte. Nooit een laag erbovenop werken omdat de nieuwe graswortels dan niet de diepte in groeien ( Hoe dieper de wortel, hoe beter het gras!) en deze compostlaag tevens tot schimmelvorming en verbranding in de grasmat kan leiden.
De graszoden zijn circa 1 ½ - 2 cm dik , dit kunt u ook aanhouden bij het egaliseren van de grond door 1 ½ - 2 cm onder het straatwerk te blijven. Op deze manier maait u de graszoden gelijk met het straatwerk.
Bij het leggen van uw graszoden dient u voor een goede en snelle aangroei de speciale meststoffen van Steenbergen Graszoden, door de bovenste laag (+/- 2 cm) van de grond te harken voordat u de graszoden erop legt.Leg de graszoden altijd op vers geharkte, vochtige grond, dus geen stof en geen modder.
De graszoden dienen strak tegen elkaar, in verband, gelegd te worden en als de uiteinden van de graszoden omhoog gekruld blijven staan, dient u deze goed terug te buigen zodat ook deze goed kontact met de grond maken. U kunt de graszoden op lengte en breedte afsnijden d.m.v. een stevig en scherp mes of een kantensteker. Wij adviseren om geen stukken van kleiner dan 30 cm bij 30 cm te verwerken in verband met vergrote kans op uitdroging.
Om te zorgen dat de graszoden goed kontact met de ondergrond maken, kunt u het gras aanwalsen of ruimschoots beregenen.Zolang de graszoden nog niet zijn vastgegroeid dient u, afhankelijk van de weersomstandigheden, regelmatig te beregenen. Het water moet door de zoden de ondergrond nat maken. (controleer dit door een klein stukje zode op te lichten).Per watergift dient u minimaal 15 mm te beregenen. Beter veel dan te weinig sproeien is hierbij uw leidraad.
Nadat de graszoden na ongeveer 2 á 3 weken goed aangeworteld zijn, kunt u het aantal keren dat u beregend terugbrengen, mits de weersomstandigheden dit toelaten.
Na het leggen van graszoden kunt u de grasmat al na 1 week maaien. Hierbij dient u de maaier in de hoogste stand te zetten en alleen de topjes af te maaien. Bij iedere maaibeurt zet u de maaier weer een standje lager totdat u op de juiste maaihoogte bent. Rijd voorzichtig over het gras omdat het nog niet overal vast gegroeid zal zijn